Leopoldsburg tijdens WO II
Het is moeilijk om alleen een gigantische oorlog als die van Wereldoorlog II, gaan te beschrijven op enkel Limburgs grondgebied. Hieronder volgen een paar noemenswaardige feiten die zich in deze periode afspeelde.
Op 10 januari 1940 maakt een Duitse Messerschmidt een noodlanding aan het kanaal nabij Vucht (Maasmechelen). Aan boord bevinden zich twee Duitse majoors, Reinberger en Hoensmans. Grenswachter Gerard Rubens en Sergeant Frans Habets rijden direct naar de landingsplaats en kunnen de Duitsers overmeesteren, net voor dat zij enkele documenten trachten te verbranden. Op het hoofdkwartier te Maasmechelen bleek al vlug dat men hier een grote vangst had gedaan, want de papieren bevatten niet minder dan een klein maar niet onbelangrijk gedeelte van Hitlers aanvalsplannen op het Westen. Ten gevolge van dit incident wordt het Duitse plan voor de invasie van het westen aangepast.
De Staf van het Franse Leger had zo haar twijfels en dacht dat het om een Duitse afleidingsmanoeuvre ging. Nochtans werd het enkele maanden later, op 10 mei 1940, echt oorlog want Duitsland viel België en Nederland binnen. ‘s Morgens heel vroeg al streken er weer Duitse vliegtuigjes op toenmalig Limburgs bodem neer, ditmaal te Eben-Emael. Hier, in het tussen 1932 en 1935 langsheen het Albertkanaal gebouwde bunker-fort – met zijn 65 hectare oppervlakte het grootste van België-, dachten de 700 Belgische militairen dat ze in een onneembare vesting zaten, maar ze werden prompt uit hun droom geholpen. De Duitsers zorgden voor een geluidloze verrassingsaanval door hun luchtlandingstroepen met zweefvliegtuigen aan te voeren. Een kleine elite-troep ‘Fallschirm Jägerpionnierzeug’, slechts 82 man sterk maar tot de tanden bewapend, stelde in een minimum van tijd met explosieven het fort buiten werking.
Diezelfde 10 mei 1940 vielen de eerste bommen op de kazerne te Leopoldsburg, meer bepaald op de Infanterieschool en op de gebouwen van de ‘Compagnie sans Floche’ waarbij heel wat soldaten sneuvelden. De Duitse bezetting gebeurde zonder noemenswaardige verwikkelingen en het kamp bleef lang van bombardementen gespaard. Van oktober 1942 tot november 1943 werden op een afgelegen plaats in het Gemeentebos van Leopoldsburg 204 mensen, van wie 176 erkende weerstanders, door de Duitsers gefusilleerd. De slachtoffers kwamen uit gevangenissen uit heel het land en werden ter plaatse begraven. Vanaf 1942 keerden de kansen voor Adolf Hitler echter steeds meer en werd het overwicht van de geallieerden duidelijker. Op 19 mei en 28 mei 1944 bombardeerden ze het Kamp van Beverlo, waarbij honderden doden vielen. Bij vergissing werd de Zuidstraat in Beverlo getroffen, met 77 burgerslachtoffers tot gevolg.
In september 1944 was het lang verwachte ogenblik voor Limburg aangebroken. Amerikaanse en Engelse troepen verdreven de Duitse bezetter, maar niet overal verliep dat even vlot. Van 6 tot 12 september 1944 vormde Hechtel een toneel van hevige gevechten tussen Engelse en Duitse troepen. Een Brits officier noemde Hechtel klein Caen, naar het met de grond gelijk gemaakte stadje in Normandië; 121 huizen werden bij de gevechten vernield. Met een omtrekkende beweging konden de Britten zich meester maken van de kanaalbrug van Lommel-Barrier.
Op 15 september 1944 gaf de Britse generaal Brian Horrockx te Leopoldsburg in de bioscoop Splendid het historische bevel tot de operatie Market-Garden, waarbij luchtlandingstroepen over de as Lommel-Eindhoven-Nijmegen-Arnhem Nederland zouden bevrijden. Dit bleek ‘één brug te ver’ te zijn. Met de Britten vochten ook Belgen mee, die op één of andere manier vanaf mei 1940 naar Engeland hadden kunnen ontkomen en zich hadden verenigd in de ‘Brigade Piron’ waar ook veel Limburgers deel van uitmaakten. Na enkele zuiveringsoperaties in de omgeving van Brussel rukte de Brigade op 11 september 1944 verder op, overschreed het Albertkanaal te Beringen en bevrijdde het Kamp van Beverlo, Heppen en Leopoldsburg. Patrouilles stootten door tot Balen en Kerkhoven. Op 18 september ging het verder tot aan het Kanaal Bree-Bocholt en patrouilles bereikten Maaseik. Op 25 september werd de Nederlandse grens overschreden en ‘s avonds waren Thorn, Neeritter en Weert bevrijd. Na de bevrijding namen vele Limburgers dienst bij de ‘Brigade Piron’. Begin 1945 kwamen er 2400 oorlogsvrijwilligers bij en werd dit de Eerste Belgische Infanterie Brigade.
This article is also available in English