Straatnamen
Een aantal straten en pleinen werden hernoemd om burgemeesters, helden, weldoeners en kolonialen van de gemeente te huldigen. Deze lijst is zeker nog niet volledig. Sommige straten van Leopoldsburg zijn NIET opgenomen in deze lijst omdat ze vallen onder het Kamp van Beverlo. Dus aarzel niet om ook die lijst te bekijken. Als U nog een straat kent, of hebt U een foutje gevonden, twijfel niet en laat het me weten via het contactformulier. Als er een postzegel onder de straatnaam staat, dan kan je hierop klikken om een aantal oude postkaarten te zien.
Straatnaam
Informatie
Florent De Keyser, geboren te Bierbeek op 11 april 1897, was in 1940 adjudant bij de Rijkswacht in Leopoldsburg. In 1944 werd hij als agent van de geheime inlichtingendienst “Marc” door de Duitsers aangehouden. Na een verblijf in de gevangenis van Sint-Gillis (Brussel) werd hij naar Duitsland gedeporteerd. Adjudant De Keyser overleed in het concentratiekamp Groß-Rosen op 11 december 1944. | ||
De Bergstraat is gelegen aan de Zandberg. De rug van de Zandberg had vroeger een redelijke hoogte. Het was een deel van de duinen die zich uitstrekten van Hechtel over het Militaire Domein naar het Geleeg. | ||
Pieter Bruegel de Oudere, geboren ca. 1525 en gestorven te Brussel op 5 september 1569, ging volgens Carel Mander in de leer bij Pieter Coecke van Aelst en bij Hiëronymus Cock, te Antwerpen. In 1551 werd hij ingeschreven als vrijmeester van het Sint-Lucasgilde te Antwerpen. Hij reisde via Frankrijk en de Zwitserse Alpen naar Italië, bezocht o.a. Rome, Napels en Messina en keerde in 1553 naar Antwerpen terug. Na 1560 verhuisde hij naar Brussel. Hij huwde er met Mayken Coecke, dochter van Pieter Coecke van Aelst en vervolgens met Maria Verhulst, alias Bessemers. De artistieke loopbaan van Pieter Bruegel is kort geweest. Er zijn ca. vijftig schilderijen van hem bekend. Het merendeel daarvan is gesigneerd en gedateerd; de vroegste stammen uit de tijd na zijn terugkeer uit Italië, hoewel enkele tekeningen voor of tijdens de reis zijn gemaakt. In deze bladen kondigt zich al de grote landschapsschilder aan. | ||
Een zoon uit Charles Caïmo’s tweede huwelijk, Hypoliet, werd militair. Als luitenant bij de Artillerie vertrok hij in 1894 naar het toenmalige Belgisch Congo. Daar overleed hij in 1896. Naar hem werd in Leopoldsburg de Caïmolaan genoemd. | ||
Genoemd naar Evariste Couwenbergh, burgemeester van Leopoldsburg van 30 juni 1898 tot 03 mei 1907. Hij werd geboren te Diest op 12 maart 1829 en overleed op 03 mei 1907. | ||
Paul Delvaux werd geboren te Antheit op 23 september 1897 en stierf te Veurne op 20 juli 1994. Hij was een Belgisch schilder en tekenaar, studeerde aan de Brusselse academie en debuteerde met natuurgetrouwe composities (figuren en landschappen) met postexpressionistische inslag. Omstreeks 1936 begon hij onder invloed van René Magritte en Giorgio de Chirico werk te schilderen dat klassiek van vorm en surrealistisch naar de geest is (zie surrealisme). Werk van Delvaux bevindt zich o.a. in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België te Brussel, het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, het museum van de Stichting Paul Delvaux te Sint-Idesbald (Koksijde), het Musée des Beaux-Arts te Bergen (Mons), het Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam, de Tate Gallery te Londen, het Niedersächsisches Landesmuseum te Hannover en in het Museum of Modern Art te New York. | ||
Elie François Hellenbosch was de vierde burgemeester van Leopoldsburg (24/04/1885 tot 1891). Hij werd geboren te Diest op 1 december 1843 en overleed te Leopoldsburg op 28 augustus 1910. | ||
Emile Verhaeren (Sint-Amands, 21 mei 1855 - Rouen (Frankrijk), 27 november 1916) was een Franstalig Belgisch auteur en een vertegenwoordiger van het symbolisme. Hij was dichter, schreef kortverhalen, kunstkritiek en toneel. Zijn werk is vertaald in 28 talen (waaronder Engels, Russisch, Duits, Chinees en Japans).[1] Verhaeren debuteerde in 1883 met Les Flamandes, een naturalistische bundel geïnspireerd door de wellustige taferelen uit de Vlaamse schilderkunst van de 16e en 17e eeuw. In 1886 volgt Les Moines in de sfeer van het religieus mysticisme. Van 1888 tot 1891 publiceert hij zijn zwarte trilogie: Les Soirs (1888), Les Débâcles (1888) en Flambeaux noirs (1891). De bundels, bibliofiel uitgegeven bij Edmond Deman in Brussel, baden in de duistere fin-de-siècle-sfeer van zwaarmoedigheid en zelfkwelling. Het zijn de jaren waarin Verhaeren aan neurasthenie lijdt. Zoals U ziet werd zijn voornaam fout geschreven in de straatnaam! | ||
Bakker Englebert Adang was vanaf 1870 gemeenteraadslid en in 1882 werd hij tot schepen verkozen. Hij was lid van de volksbibliotheek en van het weldadigheidsbureau. Na zijn dood in 1884 schonk hij bij testament de helft van zijn vermogen aan het weldadigheidsbureau. Om dit te eren werd de toenmalige Noorderlaan omgedoopt in Englebert Adanglaan. | ||
James Ensor werd geboren te Oostende op 13 april 1860 en aldaar gestorven op 19 november 1949). Hij was een Belgisch schilder, tekenaar en etser en een belangrijk vertegenwoordiger van het symbolisme. Als zoon van een Britse vader en een Belgische moeder groeide hij op in een kleinsteeds milieu; zijn grootmoeder had een souvenirwinkeltje, wat hem inspireerde bij zijn stillevens en maskers. Ensor was tevens portrettist, karikaturist en een meesterlijk tekenaar en etser. | ||
FAYT Leon ° Rouvroy 06-07-1873 was Majoor van de Genie in het Kamp van Beverlo. Op 19-11-1919 kwam ook zijn gezin naar Leopoldsburg. Zij konden hier echter niet aarden en keerden terug naar Mons in 1920. Fayt was eigenaar van meerdere percelen heidegrond op 't Geleeg. Hij stond deze af aan de gemeente Bourg-Léopold. De gemeente aanvaarde deze officieel op 15-01-1938. | ||
Ferdinand Van Bael werd geboren te Genk op 18 november 1921. De jonge Ferdinand overleed op 8 december 1944 in het in het concentratiekamp Groß-Rosen in Duitsland. | ||
Gaston Oeyen was burgemeester van Leopoldsburg van 16/12/1947 tot 31/12/1970. | ||
Generaal de Krahe was één der meest geliefde bevelhebbers van de Infanterieschool. Hij was ook één der oprichters van de roemrijke “Grenswielrijdersbataljon”. | ||
Gérard Mathieu Joseph Georges Leman werd geboren te Luik 8 januari 1851 en is er overleden op 17 oktober 1920. Hij was tijdens zijn militaire loopbaan als officier de leermeester van Zijn Majesteit Koning Albert I. Hijzelf was verantwoordelijk voor de militaire opleiding van de Koning. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij bevelvoerder over de forten van Luik. Hij was vastbesloten de Duitse opmars zo lang als het kon tegen te houden en te vertragen. In de aanloop naar dit wereldconflict zette hij meer dan 18.000 arbeiders uit de streek rond de vurige stad in om verdedigingswerken aan te leggen. Voor deze werkzaamheden werd hij op ministerieel niveau op de vingers getikt omdat hij hiermee de Belgische neutraliteit in het gedrang bracht. “In geval van oorlog zal het land me uiterst dankbaar zijn en moest die er niet komen dan kan U mijn sterren krijgen” was zijn laconieke antwoord. De forten hebben hun nut bewezen en konden slechts veroverd worden door het inzetten van de Dikke Bertha. Tijdens die strijd wordt Generaal Leman gekwetst en bewusteloos van onder het puin gehaald in het fort van Loncin en gevangen genomen. Tot het eind van de oorlog zou hij in Duits krijgsgevangenschap verblijven. Opnieuw dreef zijn vastberadenheid hem tot het eisen van de vermelding in het gevangnemingsrapport dat hij zich niet had overgegeven maar bewusteloos was bij de gevangenneming. Bij zijn terugkeer in Luik werd hij als een ware held ontvangen. | ||
Georges Lemmens was schepen in 1881. Hij sneuvelde in 1918 op het slagveld in de Panne waar hij als vrijwilliger bij de Carabiniers diende. | ||
GOIRIS Antoine Joseph (°Leopoldsburg 09-07-1882 - † Ektshie (Evenaar) 17-09-1905) Goiris was een agent van ABIR (Anglo Belgian Indian Rubber Company). | ||
Guido Gezelle (Brugge 1 mei 1830 – aldaar 27 november 1899) Belgisch Nederlandstalig schrijver. Hij was één van de grote figuren van de moderne lyriek. Opgegroeid als zoon van een tuinier in een eerder landelijke volksbuurt aan de rand van Brugge, droeg hij in zich de tegenstrijdige trekken van zijn opgeruimde, welbespraakte vader en zijn introverte, hypergevoelige en scrupuleus godvruchtige moeder. In 1854 werd hij priester gewijd en benoemd tot leraar aan het kleinseminarie te Roeselare, waar hij als half-betalend leerling, belast met portiersdienst en boodschappen, de hogere humanioraklassen had afgedaan (1846–1849) en waar hij de (nooit vervulde) droom had gekoesterd missionaris in Groot-Brittannië te worden. | ||
Hendrik Conscience (Antwerpen 3 december 1812 – Elsene 10 september 1883) was een Belgisch Nederlandstalig schrijver. Hij werd internationaal beroemd. | ||
Henri Van Gompel werd geboren te Leopoldsburg op 3 november 1919. Hij overleed aan tyfus in het Tsjechische concentratiekamp Theresienstadt op 10 mei 1945. | ||
Herman Bijnens was de tweede burgemeester van Leopoldsburg (08/08/1872 tot 18/05/1873). Hij werd geboren op 11 september 1831 en overleed op 18 mei 1873. | ||
Deze straat, die maar een kleine honderd meter lang is, werd genoemd naar het zeer nabij gelegen Militaire Hospitaal. | ||
Serafien Jacolet werd geboren te Diest op 27 januari 1822. Ze bleef ongehuwd en werd 95 jaar oud. Zij, dochter van een Diestse ondernemersfamilie die zich in Leopoldsburg vestigde, maakte via een betwist testament al haar Kampse bezittingen over aan de commissie van openbare onderstand (nu OCMW). Een welgekomen schenking waarvoor de gemeente haar erkentelijkheid toonde door in 1917 een straat naar haar familienaam te noemen. Serafien liet de gemeente een vijftal huizen en 6 hectare grond na. Twee huizen in de Koningsstraat, een huis aan het Koning Albertplein (het vroegere belastingkantoor),een huis op het zelfde plein en een boerderij met omliggende gronden. De waarde van dit geheel werd destijds geschat op 46.650 frank. Zelf woonde ze nooit in Leopoldsburg. | ||
Oscar Jespers, geboren te Borgerhout op 22 mei 1887 en gestorven te Sint-Lambrechts-Woluwe op 1 december 1970, was een Belgisch beeldhouwer. Hij was de broer van de schilder Floris Jespers en volgde de lessen aan de academie en aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen. In 1927 vestigde hij zich te Brussel en was hij leraar aan het Hoger Instituut voor Architectuur en Sierkunsten (Ter Kameren, Brussel). Van 1949 tot 1957 doceerde hij aan de Jan van Eyckacademie te Maastricht en in 1961 was hij gastleraar aan The School of the Museum of Fine Arts te Boston. Hij debuteerde als impressionist en maakte van 1914 tot 1918 een kubistische periode door. Vanaf 1920 was hij een belangrijk voortrekker van het Vlaamse expressionisme. Uiteindelijk keerde hij terug tot een zich meer met de natuur verzoenende vormgeving. Werk van Jespers bevindt zich o.a. in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België te Brussel, het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten en het Openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim, beide te Antwerpen, het Museum of Modern Art te New York. | ||
Jacobs Marie-Joseph (Mol 28-01-1861 - 1938) vestigde zich in 1894 als brouwer. Bij de verkiezingen van 20-10-1907 veroverde hij als onafhankelijke nieuwkomer in de politiek de burgemeesterssjerp. Hij was burgemeester van 01-01-1908 tot 06-01-1920. Tijdens de moeilijke oorlogsjaren van WO I wist hij met leningen bij particulieren de nodige fondsen te bekomen om personeel en achtergebleven families van militairen uit te betalen om zo in hun levensbehoeften te voorzien. | ||
Nadat een orkaan in november 1837 het eerste parochiekerkje in het militair domein had vernield, werd in 1843 een nieuwe kerk buiten het militair domein ingewijd. Deze kerk werd gebouwd in neoklassiek stijl en bood slechts plaats aan 300 personen. Veel te weinig voor de talrijke soldaten. In 1906, na de bouw van de nieuwe OLV Tenhemelopnemingkerk, werd het kerkje verkocht. Het diende aanvankelijk als stapelplaats. In 1924 werd het opnieuw verkocht aan de zusters-karmelietessen, die het tot op heden als kapel gebruiken. Het aangebouwd klooster van de zusters-karmelietessen is in gebruik sinds 1924. De stichting gebeurde onder impuls van priester Poppe die toen ook geestelijk directeur was van de Centre d’ Instructions de Brancardiers et d’ Imfirmiers (C.I.B.I.). Mère Jeanne de la Croix was de eerste priorin. Meer info over de Karmel kan hier op deze site vinden. | ||
Albert I, Albert Léopold Clément Marie Meinrad (Brussel 8 april 1875 – Marche-les-Dames 17 februari 1934), derde koning der Belgen. Hij had recht op de troon daar zijn broer Boudewijn overleden was in 1891. Op 23 december 1909 volgde hij zijn oom Leopold II op – waarbij hij als eerste Belgische vorst de grondwettelijke eed in beide landstalen aflegde. Albert vond de dood bij een bergbeklimming. Hij was op 2 oktober 1900 gehuwd met Elisabeth, hertogin in Beieren, die hem drie kinderen schonk: Leopold, de latere Leopold III (3 november 1901), Karel, die in 1944 regent werd (10 oktober 1903), en Marie-José (4 augustus 1906). | ||
Astrid Sophie Louise Thyra (Stockholm 17 november 1905 – Küssnacht, Zwitserland, 29 augustus 1935). In 1926 huwde zij de Belgische kroonprins Leopold, de latere koning Leopold III. Zij schonk het leven aan prinses Joséphine-Charlotte (11 oktober 1927), prins Boudewijn (7 september 1930) en prins Albert (6 juni 1934). Koningin Astrid was zeer geliefd door het Belgische volk. Zij vond de dood bij een verkeersongeval. | ||
KOPS Joseph (°Leopoldsburg 19-11-1864 - † Dufile 09-07-1900). Als kapiteinbevelhebber naam Kops dienst bij de Openbare Macht in Kongo. In 1898 keert luitenant Kops terug en wordt de dorpsgenoot een receptie aangeboden. | ||
Leonard Mees was de achtste burgemeester van Leopoldsburg (1923 tot 1927). Hij werd geboren te Testelt op 23 november 1863 en overleed te Leopoldsburg op 8 september 1931. | ||
Henri Joseph Leonard was de derde (21/10/1873 tot 1885) en vijfde (12/03/1891 tot 5/03/1898) burgemeester van Leopoldsburg. Hij werd geboren te Rochefort op 24 augustus 1821 en overleed te Leopoldsburg op 5 maart 1898. | ||
De mooiste laan van Leopoldsburg werd in 1985 door Koning Boudewijn ingewandeld en ingehuldigd als de Koning Leopold III-laan, ter ere van zijn overleden vader.Leopold III, voluit: Leopold Filips Karel Albert Meinrad Hubertus Maria Miguel (Brussel 3 nov. 1901 – Sint-Lambrechts-Woluwe 25 sept. 1983), vierde koning der Belgen (1934–1951), oudste zoon en opvolger van koning Albert I, uit het Huis Saksen-Coburg-Gotha, droeg aanvankelijk de titel hertog van Brabant. Op 8 nov. 1926 huwde hij prinses Astrid van Zweden (gest. 1935).In 1941 trad Leopold in het huwelijk met Lilian Baels. De bekendmaking van dat huwelijk veroorzaakte heel wat beroering bij de bevolking. Op 16 juli 1951 deed hij definitief afstand van de troon ten gunste van zijn zoon Boudewijn, maar hij behield de koningstitel. | ||
Louis Napoleon Lecocq was de negende burgemeester van Leopoldsburg (januari 1927 tot 21/04/1938). Hij werd geboren te Leopoldsburg op 21 april 1865 en overleed te Leopoldsburg op 21 april 1938. | ||
| De Franse generaal Ferdinand Foch was bevelhebber van de geallieerden aan het westelijke front tijdens het laatste gedeelte van de Eerste Wereldoorlog. Foch werd door de geallieerden gekozen als opperbevelhebber van de geallieerde troepen na het Duitse offensief in 1918 en ontketende een reeks tegenoffensieven die de uiteindelijke overwinning inleidden. | |
Marcel Torfs werd geboren te Leopoldsburg op 14 juni 1921. Tijdens WO II werd hij naar Duitsland gedeporteerd. Hij overleed in het kamp van Büchenwald op 19 maart 1945. | ||
De bergmolen werd in 1846 gebouwd door aannemer Pieter Bemindt- Annemans. De molen was in werking tot 1935, toen werden de wieken verwijderd. Hierna werd alle molenbedrijvigheid gestaakt. Meer info vind u in het artikel over de molen. | ||
De persoon naar wie deze laan genoemd is ene Ferdinand Nicolay. Hij werd geboren op 30 april 1770 te Stavelot. Hij overleed te Brussel op 15 oktober 1854. Hij is nooit inwoner geweest van de gemeente Leopoldsburg; hij heeft er misschien wel verbleven, maar ook hier is men niet zeker van. Het gemeentelijk archief blijft vaag en karig over deze man. | ||
Pater Asteer werd op 20 juli 1914 geboren te Weelde als Gust SELS. Hij overleed te Leopoldsburg op 25 november 1999. Hij bouwde het kerkje van het Strooiendorp en zou er 46 jaar de priester zijn. Wil je meer te weten komen over Pater Asteer? Lees dan dit bericht. | ||
Priester Edward Poppe (1890 – 1924) was vanaf 1922 de geestelijke leider van de “Centre d’Instruction pour Brancardiers Infirmiers” (C.I.B.I.). De C.I.B.I. in Leopoldsburg werd opgericht om geestelijken, die vanaf 1921 ook dienstplicht moesten vervullen, toe te laten een opleiding tot brancardier-verpleger te volgen. In 1924 stichtte hij het Karmelklooster. Op 3 oktober 1999 werd Priester Poppe zalig verklaard. Meer over Priester Poppe vindt U hier. | ||
Romain Defeuter werd geboren te Gent op 18 september 1901. Samen met Marie-Louise Van Gaever baatte hij een café, de Floralie, uit in de Koningstraat. Hij was lid van de vrijwillige brandweer en later hulpagent bij de politie van Leopoldsburg. Tijdens de oorlog sluit hij zich aan bij de verzetsgroep “Bayard” . Hij werd door de Gestapo opgepakt en te Antwerpen gefusilleerd op 28 juni 1944. Aan de zijgevel van het gemeentehuis werd een bronzen gedenkplaat aangebracht als eerbetoon aan deze moedige brandweer -en politieman. | ||
Pieter Paul Rubens, geboren te Siegen, Nassau op 28 juni 1577 en gestorven te Antwerpen op 30 mei 1640. Rubens was een Zuid-Nederlands schilder, tekenaar en diplomaat, zoon van de Antwerpse advocaat en schepen Jan Rubens en van Maria Pypelinckx. | ||
10 jaar na de eerste trein reed in 1888 de eerste stoomtram van Bourg-Léopold naar Bree. 2 jaar later werd de verbinding met Maaseik gelegd. De tramlijn kwam naast “den ijzeren weg” te liggen. Hierdoor werd Leopoldsburg een belangrijk knooppunt op de tramlijn Beringen-Maaseik en op de spoorweg Diest-Mol. | ||
Hubert Anselme Vander Elst was de eerste burgemeester van het toenmalige Bourg-Léopold (18/12/1850 tot 24/11/1871). Hij werd geboren te Meerhout op 27 januari 1809 en overleed te Leopoldsburg op 24 november 1871. Zijn grootste verdiensten waren, naast de uitbouw van de gemeente, ook de inrichting van het onderwijs, de aanleg van verharde wegen en de verbetering van de volkshygiëne. | ||
Antoon van Dyck werd geboren te Antwerpen op 22 maart 1599 en is gestorven in Londen op 9 december 1641. Van Dyck was een Zuid-Nederlands schilder en etser, maakt met Rubens en Jordaens het drietal uit van de Antwerpse schilderschool der 17de eeuw. | ||
Victor Lemmens werd geboren te Koersel op 18 september 1900 en overleed te Brussel op 8 oktober 1942 als slachtoffer van het nazi-regime. Een interessant krantenartikel kan je HIER vinden! | ||
Victor Swerts, geboren te Anseremme op 9 september 1886, overleed in de gevangenis van Sint-Gillis (Brussel) op 18 maart 1941 als slachtoffer van het nazi-regime. | ||
Tussen 1922 en 1942 was Leopoldsburg rijk aan 2 wielerbanen. De omgeving van de velodrome was geheel afgestemd om renners en publiek van alle comfort te voorzien. Meer over de wielerbanen van Leopoldsburg kan u in dit artikel vinden. | ||
Straatnaam | Informatie | _____________ |
---|
This article is also available in English